Een echt statig italiaans ras, de Bracco Italiano, tevens het oudste ras van staande honden in Europa. In nederland door de Raad van Beheer ingedeeld in rasgroep 7, de voorstaande honden (FCI-nummer 202).
In het algemeen is de bracco te omschrijven als een krachtige hond met een adelijk voorkomen. De bracco heeft een mooi lichaam waarmee zij een bijzondere draf, de zogenaamde "trotte" kan laten zien in het veld. Deze karakteristieke verlengde losse draf zorgt ervoor dat de hond zich licht door het veld verplaatst met veel rendement. Hij legt dus in verhouding een grote afstand af zonder teveel extra inspanning. Meer hierover is te vinden op de website van de Bracco Italiano Club onder de werkstandaard.
Qua karakter is de bracco het best te omschrijven als een bedachtzame hond, die zachtaardig, trouw en gehoorzaam is. In de opvoeding heeft hij vooral een zachte en consequente hand nodig en veel beweging in de buitenlucht, dan gaat hij door het vuur voor je.
UITERLIJK
Zeer herkenbaar is de kop met de lange oren, te veel vel, de hangende lip en de "dulce" oogopslag. Ze worden gemiddeld 55-67 cm hoog en wegen tussen de 25-40 kilo.
De beharing is erg kort en fijn. Er zijn twee kleurvarianten die toegestaan zijn volgens de rasstandaard oranje/wit en bruin/wit. Welke in het italiaans respectievelijk "bianco arancio" en "roano marrone" worden genoemd. Als een bracco ouder wordt, kleuren ze almaar "witter".
JACHTGEBRUIK
Door de jaren heen is het jachtgebruik veranderd. Vroeger in een ver verleden was het een zelfstandige jager die het (veer)wild zelf thuisbracht. Nu is het een jachthond met een zeer goede neus die voornamelijk voor het werk voor het schot gebruikt wordt. Daarnaast is de bracco zeer goed in staat om te apporteren en een "verloren zoek" te doen. De vaktermen worden bij (jacht)training allemaal uitgelegd.
|